Een procesinstallatie bevat vaak een of meerdere veiligheidsvoorzieningen om gevaarlijke situaties door storingen te voorkomen. Steeds vaker valt de keuze op een instrumentele veiligheidsvoorziening, omdat deze worden gezien als Best Beschikbare Techniek (BBT). Zo’n voorziening moet functioneel en betrouwbaar zijn. Safety Integrity Level (SIL) is daarbij een veel gebruikte term, waarvan de methode in de NEN-EN-IEC 61511 staat vastgelegd.
Safety Instrumented Systems (SIS) zijn elektrische, elektronische en programmeerbare elektronische systemen die je voor veiligheidstoepassingen gebruikt. De definitie van een systeem omvat de complete instrumentatiekring: van opnemer, via omvormers en rekeneenheid tot het stuurelement. Dit noemen we in de norm een Safety Instrumented Function (SIF).
Een verkeerde toepassing van de norm in de ontwerpfase kan leiden tot een instrumentele veiligheidsvoorziening die niet doet wat het moet doen, namelijk: de installatie, personeel én de rest van de omgeving beschermen. Daarom is een kwaliteitssysteem nodig om systematische tekortkomingen te elimineren. In dit kwaliteitssysteem, ook wel Functional Safety Management (FSM) System, moet zijn vastgelegd hoe de kwaliteitsaspecten per fase worden beheerst.
De norm NEN-EN-IEC 61511 vereist dat je eisen stelt aan het ontwerp, die worden gedocumenteerd in een Safety Requirement Specification (SRS). In een SRS leg je de functionele- en betrouwbaarheidseisen vast waarop het ontwerp, gebruik en onderhoud moeten worden gebaseerd. In de norm staat wat minimaal in een SRS moet staan.
Na selectie van de componenten van een instrumentele veiligheidsvoorziening is controle nodig om te bepalen of het vereiste veiligheidsvoorzieningsniveau (SIL) wordt gehaald. Hiervoor vindt een analyse plaats van de minimaal benodigde fouttolerantie in de componenten (Hardware Fault Tolerance (HFT) en een controle op de aanwezigheid van SC-claims van de verschillende betrokken partijen. Bijvoorbeeld fabrikanten en leveranciers van componenten, integrators en softwarebouwers.
Overige betrokken partijen, waaronder EPC-contractors, eindgebruikers en onderhoudsfirma’s, moeten kunnen aantonen dat zij een FSM-systeem hebben om de instrumentele veiligheidsvoorziening minimaal op het vereiste niveau te kunnen installeren, gebruiken en onderhouden.
De NEN-EN-IEC 61511 schrijft ook voor dat je in de verschillende fasen van de levenscyclus van een instrumentele veiligheidsvoorziening een FSA moet uitvoeren. Het doel van een FSA is om te controleren of alle stappen uit de levenscyclus zijn doorlopen. De norm geeft aan dat je een FSA op vijf momenten kan uitvoeren.
Van deze vijf momenten zijn er twee verplicht: vlak voor de start van gebruik van een installatie en periodiek tijdens normaal operationeel gebruik van een installatie.
Onze collega Arjan Kroon heeft een brochure geschreven die dieper ingaat op functionele veiligheid in de procesindustrie. Hij behandelt onder andere de Safety Life-cycle en de gevaren- en risico analyse in groter detail. Ideaal voor mede vakgenoten en kennisspecialisten. Heb je interesse? Download het document dan hier.
Medewerkers (of jezelf) opleiden kan via onze Kader Academy. Kijk ook eens bij onze: procesveiligheid opleidingen.
Explosiegevaar door babyBOOMers? Het klinkt als een flauwe mop. In deze whitepaper laten we zien dat het helaas de realiteit is. Braindrain – het vertrek van medewerkers en daarmee hun kennis – is een serieus probleem in industrieën die met
gevaarlijke stoffen werken.