De Veiligheidsladder is ondertussen omgedoopt tot de Safety culture ladder 2.0. De informatie hieronder gaat over de nog oude norm. Meer weten over de nieuwe Safety Culture Ladder en wat de verschillen zijn? Je leest het hier.
De Veiligheidsladder trede 3 is een prestatieniveau dat de organisatie op de Veiligheidsladder kan bereiken. De organisatie neemt bij Veiligheidsladder trede 3 verantwoordelijkheid met betrekking tot veilig werken.
De Veiligheidsladder is ontwikkeld voor alle bedrijven die mee willen doen aan aanbestedingen voor organisaties die zijn aangesloten bij de GCVB. Het is een beoordelingsmethode die veiligheidsbewustzijn in een organisatie stimuleert en heeft als doel om het aantal bedrijfsongevallen terug te dringen.
De invoering van de Veiligheidsladder aanbestedingen en contracten gebeurt stapsgewijs: vanaf januari 2022 is Veiligheidsladder trede 2 vereist en vanaf januari 2025 geldt Veiligheidsladder trede 3 als minimale eis.
De Veiligheidsladder trede 3 wordt ook wel omschreven als berekenend. Bij het bereiken van de Veiligheidsladder trede 3 neemt de organisatie verantwoordelijkheid met betrekking tot veilig werken, onder andere door het invoeren van veiligheidsregels. Daarnaast stelt de organisatie zich bij de Veiligheidsladder trede 3 kwetsbaar op en neemt verantwoordelijkheid, maar vaak wel uit eigen belang. De investering in veiligheid moet immers wel iets opleveren. Het naleven van wet- en regelgeving wordt voornamelijk gestimuleerd door het management. Andere lagen van de organisatie voelen zich vaak nog niet voldoende betrokken bij het veiligheidsbeleid.
De Veiligheidsladder kent verschillende niveaus, weergegeven in treden. De mate van veiligheidsbewustzijn en -gedrag wordt over vijf treden verdeeld. Hoe meer verantwoordelijkheid, reflectie en investering een bedrijf over heeft voor veilig werken, des te hoger de score en daarmee de trede op de ladder. Om een hogere trede te bereiken, moet er aan álle gestelde normeisen binnen de trede worden voldaan. In het kort staan de treden voor verschillende ontwikkelingsfasen op het gebied van veiligheidsbewustzijn en –gedrag.
De vijf treden van de Veiligheidsladder zijn:
De veiligheidsladder is opgebouwd uit 6 bedrijfsaspecten, die weer zijn onderverdeeld in 18 bedrijfskarakteristieken. De eisen waaraan een bedrijf moet voldoen worden bepaald door deze bedrijfsaspecten. Samen met de bedrijfskarakteristieken bepalen zij de totale prestatie van de organisatie.
De 6 bedrijfsaspecten zijn:
Wanneer de organisatie een audit krijgt voor certificering voor een bepaalde trede van de Veiligheidsladder, dan wordt ook de lagere trede van de ladder daarbij beoordeeld. Dus wanneer de organisatie zich bijvoorbeeld wil laten certificeren voor de Veiligheidsladder trede 3, dan wordt ook trede 2 beoordeeld. Het is dus vereist dat ook de lagere treden van de Veiligheidsladder met ‘goed’ worden beoordeeld, anders is het niet mogelijk om te certificeren voor een hogere trede.
Het is belangrijk om te weten dat een organisatie zelf mag beoordelen op welke trede van de Veiligheidsladder zij zich wil certificeren. In dat geval dient deze organisatie, voordat er een audit plaatsvindt, een ‘Self Assessment’ uit te voeren. De meeste bedrijven stappen in op de Veiligheidsladder trede 3 (zeker bij VCA gecertificeerde bedrijven).
Meer informatie over de Kader aanpak voor het Veiligheidsladder certificeringstraject.