Maakt het bij jouw organisatie niet uit wie er solliciteert op een vacature? Heb je bijvoorbeeld collega's die een tijd werkloos zijn geweest, geen diploma hebben of die een arbeidsbeperking hebben op psychisch, lichamelijk, verstandelijk of zintuiglijk vlak? Ja? Mooi, dan heb je de eerste stappen gezet om een inclusieve organisatie te worden.
Kijk eens met een andere bril naar je bedrijf
Toch zien we nog veel misgaan, als het gaat om het inzetten van mensen met een kwetsbare arbeidsmarktpositie. Dat blijkt alleen al uit de recente demonstratie van duizenden mensen met een arbeidsbeperking die actievoerden voor betere arbeidsvoorwaarden bij leerwerkbedrijven. Ook bij andere organisaties die diversiteit en inclusiviteit weliswaar belangrijk vinden, zijn er blinde vlekken. En die zijn lastig op te sporen als je zelf geen beperking hebt. Ter illustratie: pas als je zelf een keer op krukken of in een rolstoel een gebouw binnen bent geweest, merk je hoe toegankelijk het gebouw eigenlijk is.
Wat zijn nu de meestgemaakte missers, als het gaat om het werken met mensen met een kwetsbare arbeidsmarktpositie? We zetten ze voor je op een rijtje.
Misser 1: vasthouden aan takenpakketten
Organisaties hebben de neiging om bij bepaalde functies star te zijn met takenpakketten. Alle administratief medewerkers doen hetzelfde, de schoonmakers doen hetzelfde, de salesmanagers doen hetzelfde et cetera. Is dat wel nodig? Misschien hebben de managers een bepaalde taak die ze niet leuk vinden, zoals rapportages maken. Wat nu als je iemand kunt aannemen met bijvoorbeeld autisme, die het juist heerlijk vindt om de hele dag rapportages te maken voor alle managers? Een win-winsituatie!
Misser 2: denken in hokjes
Laten we de hand in eigen boezem steken. In het voorbeeld hierboven zit eigenlijk meteen al misser nummer 2: denken in hokjes. Niet alle mensen met autisme worden blij van spreadsheets met cijfertjes. Je moet dus écht met iemand in gesprek om erachter te komen wat diegene bij kan dragen aan jouw organisatie. Een methode die je kunt gebruiken is jobcarving. Hierbij ga je uit van een bestaande functie en een specifieke (potentiële) werknemer uit een kwetsbare groep. Op basis van de competenties van de betreffende werknemer ga je de functie zo 'bijschaven' dat deze helemaal past.
Misser 3: alleen naar eigen personeel kijken
Een andere misser is om alleen naar de achtergrond van het eigen, vaste personeel te kijken. Als je een echt inclusieve organisatie wil zijn, neem je ook mee hoeveel mensen met een kwetsbare arbeidsmarktpositie er werken bij partners waar je materialen, grondstoffen, producten, diensten of personeel inkoopt. Bij gemeenten bijvoorbeeld, maakt de hoeveelheid externen een substantieel deel uit van het personeelsbestand. Volgens de personeelsmonitor van A&O besteedden gemeenten vorig jaar 17 procent van de loonsom aan externe inhuur!
Misser 4: wel ambities hebben, maar geen concreet plan
Ambities zijn mooi, concrete plannen beter. Hoe draag je nu écht bij aan de werkgelegenheid voor mensen met een kwetsbare positie? En hoe maak je op organisatieniveau zichtbaar en meetbaar hoe hoog die bijdrage is? Dat kan met de Prestatieladder Socialer Ondernemen, ontwikkeld door TNO. De PSO is een instrument dat inzicht geeft in de mate waarin organisaties stappen zetten op het gebied van sociaal werkgeverschap. Oftewel: in hoeverre ze arbeidsplaatsen aanbieden aan kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt. Het PSO-keurmerk brengt in kaart hoeveel procent van de medewerkers geworven zijn uit deze groepen. Op basis van de criteria behaal je vervolgens een bepaalde PSO-trede.